- geboren
- {{geboren}}{{/term}}1 [gebaard] born2 [al bij/door geboorte zijnde] born ⇒ native3 [ontstaan] born ⇒ originated♦voorbeelden:1 ergens geboren en getogen zijn • be born and bred somewhereik ben in Londen geboren en getogen • I'm a Londoner, born and bredwaar/wanneer bent u geboren? • where/when were you born?een te vroeg geboren kind • a premature babyhij is in/te Almelo geboren • he was born in Almelo2 een geboren dichter • a born poeteen geboren Nederlander • a native Dutchmanmevrouw Jansen, geboren Smit • Mrs Jansen née Smitgeboren zijn voor iets/om te • be destined/born to3 de scheikunde is uit de alchemie geboren • chemistry had its origins in alchemy
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.